Daktuinen zijn in opmars. Behalve de traditionele groendaken verschijnen er complete tuinen op daken, met van alles erop en eraan, en zelfs parken. Naast de vertrouwde lichtgewicht substraten kiezen ontwerpers van bijzondere projecten ook voor zwaardere, maar groeizamere varianten, ziet leverancier Heicom.
Natuurontwikkeling door vergroening - dit gebeurt in Zwolle gewoon in bebouwd gebied. Samen ontwikkelen veel particuliere daken zich daar gaandeweg tot een groene route voor bijen, vlinders en vogels. De maker, Stadshovenier Zwolle, vroeg Heicom voor zijn programma om een substraat dat past bij de hoge ecologische ambities. Zo mochten alleen lokale grondstoffen worden gebruikt. De gangbare lichtgewicht oplossing, lava, viel af omdat de winlocaties te ver uit de buurt zijn. Heicom vond een oplossing in veen dat als restproduct vrijkomt bij een zandwinning in de buurt. Gecombineerd met lokaal gewonnen zand en lokale compost leidde het tot een vruchtbaar én lichtgewicht alternatief.
De vertrouwde lavakorrels blijven intussen een welkom onderdeel van het steeds breder wordende assortiment van daktuinsubstraten, weet Hans van der Weerd van Heicom. Ze hebben een aantal prettige eigenschappen, die vooral op daken met een beperkte draagkracht goed van pas komen: een laag gewicht, voldoende wateropnemend vermogen en een goede doorlatendheid, waardoor een teveel aan water vlot wegloopt. Een nadeel is dat de grove structuur die zorgt voor de vlotte afwatering ook bijdraagt aan de droogtegevoeligheid. Regelmatig blijkt gewicht een minder beperkende factor en gaan de faunawensen stukken verder dan sedum. Dat is niet alleen met het oog op duurzaamheid. Door de toegenomen ambities voor beplanting en gebruik van daktuinen ziet Van der Weerd ook een groeiende vraag naar substraten op basis van andere grondstoffen. Vooral veen, compost en zand komen er dan bij. Die zijn veelal lokaal te betrekken, waardoor minder transport nodig is. De grondstoffen komen samen in verschillende combinaties, over het algemeen met nog steeds ook een percentage lava.
Op daken van gebouwen ligt een enorm onbenut potentieel, dat in hoog tempo wordt ontdekt en in gebruik genomen. Feitelijk zijn ze de ultieme combinatie van stad en groen. Terwijl de traditionele sedumdaken al langer oprukken, groeien ook de ambities in het hogere segment. Daktuinen worden gerealiseerd voor veel meer dan alleen vergroening. Mensen kunnen er terecht voor verschillende doeleinden, van ontspanning, spel en recreatie tot (kantoor)werk. Of, zoals Van der Weerd de trend beschrijft: 'Van groene daken naar intensieve tuinen.' Die laatste zijn bijvoorbeeld geschikt voor parkeergarages, omdat die meer gewicht kunnen hebben dan een traditioneel dak. Er dienen zich hierdoor zelfs mogelijkheden aan voor het planten van bomen en de aanleg van waterpartijen. 'Ook veel nieuwere daken van andere gebouwen zijn berekend op een hogere belasting, waardoor er meer mogelijk is', zo schetst hij.
De circa 6500 medewerkers van het hoofdkantoor van de Rabobank in Utrecht kunnen sinds deze zomer buiten ontspannen en zelfs werken in een eigen park, dat is ingericht op het dak van de parkeergarage en in de ernaast gelegen buitenruimte. Ook die bestond voorheen hoofdzakelijk uit een stenen vlakte. De Enk Groen en Golf realiseerde op het geheel een ontwerp van Lodewijk Baljon landschapsarchitecten en maakte hierbij gebruik van daktuinsubstraat, teelaarde RAG en vijversubstraat van Heicom. Ongeveer de helft van de tuin ligt op het dak van de parkeergarage, inclusief een flinke vijver. Na wat bouwkundige aanpassingen en het leggen van nieuwe dakbedekking kon het groene gedeelte van het project beginnen. Onder het motto 'een eetbare tuin voor mens en dier' werden fruitbomen geplant, waaraan het personeel zich tegoed kan doen, terwijl het bloemengedeelte de fauna moet voeden. De daktuin levert de helft van het oppervlak en is zo aangelegd dat hij met het parkgedeelte naast de garage één geheel vormt.
Belasting 'Veel nieuwe daken zijn berekend op een hogere belasting. Daar is meer mogelijk'
Hoogeveen kreeg, opvallend genoeg, juist een groener centrum dankzij een nieuwbouwproject, omdat op de bijbehorende ondergrondse parkeergarage een dakpark werd aangelegd. Het betreft een van de grotere bouwprojecten in Noord-Nederland, met 138 woningen, een woon-zorgcomplex inclusief aanleunwoningen en een herstelhotel. De binnentuin en het park op het garagedak sluiten aan op het naastgelegen bestaande stadspark Dwingeland, dat daarmee twee keer zo groot werd.
Van der Weerd legt uit hoe de substraatkeuze een bepalende rol kreeg voor het uiteindelijke resultaat. Aannemer Donker Groen verwierf het Hoogeveense project met Heicom als leverancier. De twee bedrijven wisten de opdrachtgever ervan te overtuigen om in plaats van het gevraagde standaard daktuinsubstraat te kiezen voor een leeflaag van daktuingrond. Van der Weerd: 'Een daktuinsubstraat bestaat voor ongeveer 70 procent uit lava, de gekozen daktuingrond voor maar 30 procent. Verder bevat deze verschillende meer natuurlijke en regionale grondstoffen, zoals laagveen en compost.' Een blik op referentieprojecten met dezelfde daktuingrond hielp volgens hem om de opdrachtgever te overtuigen. 'Zoals het PGGM-kantoor in Zeist. De daktuin die daar zes jaar eerder gereed was, bleek er prachtig bij te liggen.'
Het park op het garagedak ziet er optisch uit als een gewoon park. Niettemin is de bodem, die zich bevindt tussen het maaiveld en het garagedak, anders dan een reguliere bodem een uitgekiend technisch hoogstandje. Hij bestaat van onder naar boven uit een laagje lava, filterdoek, filterzand en daktuingrond. De uitdaging was om met de daktuingrond te voorzien in een voldoende doorwortelbaar pakket. Tegelijk moeten het filterzand en de lava blijvend een goede ontwatering garanderen.
Hergebruik 'De toekomstige uitdaging is afgedankte substraten op hoog niveau hergebruiken'
De lava voor daktuinen komt uit Duitsland. Het transport daarvandaan is als het om duurzaamheid gaat het belangrijkste nadeel ten opzichte van lokaal gewonnen grondstoffen, weet Van der Weerd. Als uitgelezen middel om grote hoeveelheden bestaande daken te vergroenen, geldt het daarentegen juist als een bijdrage aan duurzaamheid. 'Daktuinen zijn een vorm van vergroening die geen extra ruimte kost. Ze leveren een bijdrage aan CO₂- en fijnstofopname, verbetering van het binnenklimaat en afname van hittestress. Verder hebben ze een isolerende werking en beschermen ze de dakbedekking tegen weersinvloeden.' En de meeste groene daken hebben er weliswaar de leeftijd nog niet voor, maar als belangrijke uitdaging voor de toekomst ziet hij, in het kader van verduurzaming, hergebruik van substraat. 'Het gaat erom het te gebruiken op een zo hoog mogelijk niveau. In geval van nieuw substraat betekent dat: zonder concessies aan de kwaliteit.'
We helpen je graag verder.